De kas van teler Rob van Paassen is 1 hectare groot. Dat zijn zo’n 2 voetbalvelden. Toch is hij het kleinste jongetje van de klas. Andere telers hebben soms wel 4 hectare. In de kas van Rob groeit momenteel paksoi.
“Paksoi is voor mij een winterteelt, dat doet het ook nog goed als de bodem koud is.” vertelt hij. Wanneer hij de kas in loopt, komt er meteen een kat luid mauwend aanlopen. Rob: “Er lopen hier zes van deze dames rond. Deze winter waren er een hoop boeren met muizenplagen. Doordat wij poezen in de kas houden, hebben wij daar gelukkig geen last van gehad.”
Vele insecten
De poezen zijn niet de enige ‘natuurlijke bestrijders’ in de kas. Er wonen ook vele soorten insecten. De poezen lijken zeer tevreden met hun warme en voedselrijke glazen woning. Maar met insecten is daar meer voor nodig. “Natuurlijk kun je elke keer nieuwe insecten kopen, maar je moet vooral zorgen dat ze het hier naar hun zin hebben. Vaak zie je dat pas de 3e of 4e generatie insecten echt hun werk gaan doen. Daarom zorgen we voor genoeg diversiteit in de kas. Om die reden laten we zelfs bepaald onkruid staan. Maar ook planten we verschillende andere planten tussen de gewassen door, zoals koolrabi.”
Volle grond
Bezoekers denken vaak dat natuurlijke bestrijders de grootste verandering zijn wanneer boeren omschakelen naar biologische teelt. Van Paassen vertelt: “Voordat ik was omgeschakeld naar biologisch werkte ik al met allerlei natuurlijke bestrijders. Voor mij was dus de grootste uitdaging om in de volle grond te gaan telen.” In de gangbare landbouw wordt gewerkt op substraat in plaats van in de grond. Substraat is een kunstmatige bodem die vaak wordt gemaakt van steenwol. De voedingstoffen voor de gewassen worden via installaties toegediend. Zo kun je als tuinder precies berekenen hoeveel water en kunstmest je wil toevoegen. “Maar dan ben je dus een boer die veel achter zijn bureau zit te rekenen.”