Slagerij De Groene Weg stelt extra eisen aan dierenwelzijn, zoals comfortabele stallen met stro en zoveel mogelijk dagen weidegang. General manager Allard Bakker bezoekt regelmatig de boeren die aan hen leveren. Zo ziet hij met eigen ogen hoe de dieren leven. Deze transparantie is er ook voor klanten: bij elk stukje vlees staat met naam en toenaam vermeld bij welke boer het vandaan komt.
De Groene Weg is sinds 1981 een keten van biologische veehouders, vleesverwerker en slagers. Alle schakels werken nauw met elkaar samen en zetten kwaliteit en duurzaamheid voorop. “Binnen de keten werken we samen op basis van gelijkwaardigheid en transparantie,” aldus Allard. “Met elkaar laten we zien dat het anders kan: van hoe we de slagerij inrichten tot hoe we hier binnen het bedrijf met elkaar samenwerken. Daarom hebben we sinds kort ook een nieuwe slogan ‘Voor het goede leven’. Dat heeft met alles te maken: mensen, dieren, aarde, lekker eten.”
Dierenwelzijn
Binnen De Groene Weg wordt actief gewerkt aan antibiotica-reductie. “Als een dier pijn lijdt en je kunt dat verhelpen met antibiotica, dan is dat een vorm van dierenwelzijn,” aldus Allard. “Antibiotica-vrij zullen we dan ook nooit worden. Wel proberen we met extra maatregelen voor dierenwelzijn de kans op ziektes te verkleinen.” Bovenop de Europese regels voor biologische landbouw stelt De Groene Weg dan ook extra eisen aan dierenwelzijn. “Dit gaat bijvoorbeeld over strogebruik, weidegang en de overkapping van de stal,” aldus Allard. “We monitoren het antibiotica gebruik van onze boeren. Daaruit halen we een bepaald gemiddelde. Als een boer daar boven zit, gaan we samen kijken waar dat aan ligt en wat we er aan kunnen doen.”
Liefde voor het vak
Allard komt regelmatig bij de boeren over de vloer. “Er zit zo veel passie bij boeren,” zegt hij. “Ze gaan met veel liefde om met hun dieren. Daar ben ik altijd van onder de indruk. Vaak werkt de hele familie in het bedrijf en helpen ook de kinderen al vanaf jonge leeftijd mee. Daarom zijn open dagen ook zo belangrijk. Mensen die met de boeren in contact komen en hun passie voor het vak zien, gaan met een beter gevoel vlees eten. Maar ook de boer zelf geniet ervan als mensen zijn bedrijf komen bewonderen.”